In sprookjes herken je ze meteen, de slechte figuren. Ze kijken boos, ze zien er eng uit, ze zijn lelijk of ze zijn vies. In elk geval is het duidelijk: de boze stiefmoeder, de grote boze wolf, de heks.. dát zijn de slechterikken. Als tiener vond ik het dan ook een hele ontdekking dat mensen aan wie je vanaf de buitenkant niets ziet tóch slechte dingen kunnen doen en andersom, dat mensen met een eng uiterlijk ook heel lief kunnen zijn. Ik raakte zelfs een beetje gefascineerd door de vraag: wat voor mensen zijn het die héle slechte dingen doen? Toen ik vervolgens een artikel las in de Yes (een tijdschrift voor meisjes wat niet meer bestaat) over een meisje die schreef met gevangenen in Amerika, was mijn interesse gewekt. Zo schreef ik me in via de stichting Inside Outside om met gevangenen te gaan schrijven. Door de jaren heen heb ik met drie verschillende mannen gecorrespondeerd, waarvan er inmiddels nog ééntje over is. Al regelmatig is mij gevraagd naar mijn ervaringen, vooral door mensen die zelf overwogen om hetzelfde te gaan doen.
In een aantal blogs wil ik hier verder op in gaan. Vandaag het algemene verhaal!