Ruchama, Kim en ik kennen elkaar nu ongeveer 7,5 jaar. We leerden elkaar kennen via een kleinschalige post-community op het internet en deelden lief en leed met elkaar, zonder elkaar ooit ontmoet te hebben of te weten hoe de ander eruit zag. Pas na een heleboel brieven over en weer zagen we elkaar voor het eerst. Omdat we alle drie verspreid over het land wonen, is het samenkomen een hele onderneming. Maar 5 jaar geleden waren we toevallig zo dicht bij elkaar in de buurt dat we besloten om elkaar te ontmoeten. In de zomer van 2010 reisde Kim met de trein naar haar opa in Amsterdam, was Ruchama bij haar zus in Almere en logeerde ik bij mijn schoonouders, ook in Almere. In die tijd was er nog een hele grote hobbywinkel in Almere en daar hebben we afgesproken. Het was maar een flitsbezoekje, maar het voelde zo bijzonder om elkaar te zien! Aan de ene kant voelde het heel vreemd, want we waren zo aan elkaars handschrift, schrijfstijl en de handgeschreven gesprekken gewend dat het heel gek was om zo voor elkaar te staan. Om stemmen te horen in plaats van letters te zien en om naar een gezicht te kijken in plaats van een poststuk. We zijn alle drie heel verschillend, maar door de overeenkomsten die we in ons briefcontact ontdekten, voelde het toch vertrouwd en we vonden ‘in het echt’ ook die herkenning bij elkaar. Tien minuten na onze eerste ontmoeting konden we in de winkel al precies aanwijzen wat de ander leuk vond.
Aan het begin van deze maand, op dinsdag 8 december, kwamen we weer met z’n drietjes bij elkaar. Dat is nog steeds een zeldzame gebeurtenis, want dit was pas de vijfde keer! Nog steeds speelt onze vriendschap zich vooral per post en Whatsapp af. Maar we kennen elkaar door en door. Die ochtend liet Kim weten dat ze maar weinig had geslapen en besloten Ruchama en ik allebei om iets voor haar te kopen dat haar op zou peppen. Vanaf station Amersfoort konden we samen reizen en toen we daar in de trein onze tassen openden, haalden we daar precies dezelfde chocolaatjes uit voor Kim! Is dat niet bijzonder?