In de blogserie Meeleesbrieven schrijven Nienke en Kim elkaar digitale brieven. Jij, als postfabrieklezer, mag meelezen. De aanleiding voor de blogserie lees je bij de eerste brief; hier. Wil je alle brieven lezen? Kijk dan hier.
Hengelo, dinsdag 24 november 2020
Lieve Kim,
Dankjewel voor jouw prachtige brief. Het duurde deze keer een paar maanden voordat ik je kon terugschrijven. In die maanden ben ik meerdere keren gaan zitten om je te schrijven, maar de woorden kwamen niet. Er zat een heleboel lawaai in de weg waardoor ik mijzelf niet kon horen. (Ken je dat?) Mijn buren waren ineens alle dagen thuis. Ze gingen niet naar hun werk, niet naar school, niet op visite en niet op vakantie. In plaats daarvan stonden ze hele dagen in de tuin te bellen, gameden mijn buurjongens bijna 24/7 en werd er geboord, gezaagd en geslepen. Zelfs op de anders zo rustige plekjes in het bos was niet langer stil en ‘mijn’ bankjes in het buitengebied waren allemaal bezet. Er was nergens een plekje te vinden waar ik mezelf kon horen.
Wat je schrijft is zo herkenbaar, Kim. Je vertelde dat een kracht van jou is dat je altijd maar ruimte ziet en tot in je diepste kern een optimist bent. Hoe je altijd een volgende stap, een mogelijkheid, een optie ziet. En: ‘Zoals vaak het geval is, is mijn grote kracht meteen een grote valkuil.’
En dat is ook mijn kracht én valkuil. De afgelopen jaren hielden het zien van volgende stappen, mogelijkheden en andere opties me staande. Ik voegde me naar de ruimte die er was, als een occamy zoals Karin dat zo mooi benoemde in haar reactie op mijn vorige brief. Totdat er een moment kwam waarop ik me oprekte en oprekte en oprekte… en mijn bungeekoord knapte. Daar zat ik dan: op de bodem van die kuil.