Jaren geleden toen ik op zoek was naar mooie kerstkaarten, werd ik verliefd op de prachtige stijl van Sarie. Niet alleen haar gebruik van kleur, maar ook de verschillende lagen in haar illustraties en het voelen van haar hart in haar werk. Sindsdien ben ik Sarie blijven volgen en zag haar steeds dichter bij zichzelf komen. Ik meldde me daarom direct aan toen Sarie proefpersonen zocht voor een nieuw project met de naam ‘Gelukspost’. Elke maand een beetje Sarie in de bus, hoe heerlijk is dat? Na twee edities ontvangen te hebben wist ik: Sarie heeft een verhaal te delen voor onze adventskalender. Pas enkele dagen geleden vroeg ik haar voor een gastblog met een deadline heel dichtbij, ze aarzelde geen moment en een paar dagen later vond ik het volgende verhaal in mijn inbox. Lees en geniet mee én ontdek welk vervolg het Gelukspost project krijgt in 2020.
Confetti
Voor de buitenwereld ben ik zo iemand die het allemaal voor elkaar heeft. Gelukkig getrouwd -zonder kinderen mét drie katten, een eigen onderneming, grootse plannen voor de toekomst en net een prachtige reis gemaakt. Sinds een jaar of 5 ben ik iemand die ‘weet wat ze wil’. Iemand met een verhaal. Zo’n lucky bastard die haar dromen achterna gaat. Dat is wel eens anders geweest.
Het is November. De herfst is in volle gang. De zon schijnt. Als ik nu buiten zou lopen zou ik zien dat de kleuren van het bladerdek sinds gisteren alweer veranderd zijn. Een vurig schouwspel van rood en geel en gouden zonnestralen. De wind laat de blaadjes als confetti over straat dwarrelen. Maar ik ben niet buiten. Ik staar naar een computerscherm in een kil kantoorpand. Mijn panty knelt. Mijn haar probeert te ontsnappen uit mijn zorgvuldig gestylede knotje.
Ik tel de minuten af tot mijn lunchpauze. Ik heb nog geen idee dat ik hier niet hoor. Ik ben eigenlijk best trots. Op mijn allereerste ‘echte’ baan. Op mijn kast vol colbertjes en groeiende verzameling lippenstift. Trots dat ik mezelf elke dag om half zeven naar de trein sleep en tussen alle andere colbertjes naar een plek reis waar ik grotemensendingen doe. Een bijdrage lever aan de maatschappij. De overige colbertjes op mijn werk lijken het reuze naar hun zin te hebben. Er wordt gelachen bij de koffieautomaat, met grote passen rondgerend ‘geen tijd, te laat, ik ben te laat!’, en gepassioneerd gesproken over allerhande werk-issues. Ik doe gezellig mee. We maken er het beste van. Is dat niet hoe het werkt?
Wake up
Het beste…. Het begon me schrikbarend snel te dagen dat dit niét het beste was. Niet voor mij en niet voor de wereld. Terwijl mijn hoofd me verhalen vertelde over normen en waarden, verwachtingen en acceptatie, zocht mijn hart wanhopig naar een uitweg. En in plaats van haar te overrulen – te zeggen dat het allemaal wel goed zou komen, dat dit nu eenmaal was wat ‘volwassen zijn’ inhield – besloot ik te luisteren. Echt te luisteren.
De oplossing kwam als vanzelf toen ik als toeschouwer eens eerlijk naar mijn leven keek. Ik zag mezelf keihard werken voor allerlei spullen die ik eigenlijk niet nodig had. Ik spendeerde mijn geld aan nieuwe kleren, vakanties, de inrichting van mijn huis. Alles om afleiding te bieden aan de subtiele grijsheid van het bestaan dat ik lijdde. Het leven voelde kleurloos omdat ik woonde op een plek waar ik niet thuis was, maar waar wel werkgelegenheid was – en ik besteedde het grootste deel van mijn tijd aan werk om het leven te kunnen bekostigen dat onlosmakelijk verbonden was met deze plek in dit bestaan. Ik was begonnen een web te knopen voor mezelf waar ik weldra nooit meer uit zou kunnen ontsnappen.
Dus in plaats van het gat in mijn hart te dichten met méér spullen, méér reizen en leven van loonsverhoging naar huisuitbreiding, gooide ik het roer om. Honderdtachtig graden. Toen ik met een kritische blik om me heen keek bleek ik eigenlijk niet zoveel nodig te hebben. Spullen gaven me geen vervulling en wat mijn hart wél deed zingen was veelal gratis en in overvloed aanwezig voor wie zichzelf de vrijheid gunt ervan te genieten.
En dus deed ik alles weg. Mijn spullen, mijn prachtige appartement, mijn baan waar ik nét een vast contract aangeboden had gekregen. Als het niet paste, moest het gaan.